Overslaan en naar de inhoud gaan

Het mannetje van de radio op een wandelapp

foto

Wandelen op de Velumezoom en genieten van poëzie. Radiopresentator John Jansen van Galen componeerde een poëziewandeling door de achtertuin van zijn jeugd. Zijn radiostem komt nu uit een wandelapp.

Meer foto's         Verschenen in Wandelmagazine Op Lemen Voeten 16-4

Bij station Rheden steken we het spoor over en betreden een gebied waar smalle beukenlanen over heuvels golven. Op deze mooie septemberdag staan ze nog vol in blad. De statige lanen moeten ooit op de jonge John grote indruk hebben gemaakt. John Jansen van Galen, geboren in Velp, zoekt nog regelmatig het landschap van zijn jeugd op. Hij loopt er door de kaarsrechte beukenlanen en zwerft weer in de bossen en over heidevelden. Maar vandaag volgt hij, samen met genodigden, keurig de gele en blauwe streepjes op een pad dat naar hem is vernoemd. De John Jansen van Galen Poëziewandeling is een cadeau van de redactie van het radioprogramma  Met het Oog Op Morgen en Natuurmonumenten ter ere van zijn afscheid als presentator. “Fijn dat u gekomen bent om te zien hoe ik een cadeautje uitpak dat ik zelf heb ingepakt.” Hij mocht de route zelf samenstellen. In 1990, toen hij begon met het Oog, wilde de redactie een persoonlijke noot. “Weet jij nog een kwinkslag”, vroegen ze. Hij koos voor een korte impressie van zijn zondagse wandeling: twee buizerds in gevecht en meer van die dingen. “Deed ik het een keertje niet, dan kreeg ik de volgende ochtend prompt de vraag waarom ik niet had gewandeld.” Hij kwam ook op het idee om het programma rond middernacht af te sluiten met een gedicht. Meer dan duizend moet hij er in al die jaren hebben voorgedragen.

De route is te vinden met de wandelapp Natuur Routes van Natuurmonumenten. Een aantal genodigden heeft de app nog niet gedownload. Ze krijgen aanwijzingen van een boswachter hoe die op de smartphone te zetten. Dat blijkt voor sommigen te hoog gegrepen “Ik luister wel bij jou,” zegt iemand op gedempte toon. Het ding zal ons waarschuwen als we bij een plek zijn waar de naamgever van de route een toepasselijk gedicht gaat voordragen. Dat doet hij niet in levenden lijve, maar via de smartphone. Al snel, bij het koetshuis met paardenkoppen aan de muur, horen we de stem die we van de radio kennen. Jansen van Galen laat de zinnen vloeien, neemt rust waar het moet en stopt niet wanneer de zin doorloopt over twee versregels
Eindelijk raakt ieder leed ontgleden
Al is het hart ook bijna omgebracht.

Uit: J.C. Bloem: Kamperfoelie

Complex, à la Lucebert, zijn de gedichten niet, er moet ook nog gewandeld worden en dan is toegankelijke poëzie wel zo lekker om de pas er in te houden. Maar daar denkt de groep verschillend over: “Het gaat bij poëzie om het ritme, de muziek, begrijpen komt later wel”, zegt een vrouw gedecideerd. Keerde Jansen van Galen ooit opgelucht zijn geboortegrond de rug toe, nu laat hij ons door korte inleidende verhaaltjes en via de geselecteerde gedichten zijn verbondenheid met de Velumezoom voelen. Bij het Klaphek haalt hij herinneringen op. “Bij wijze van schoolreisje liepen we daar in de eerste klas helemaal heen. We lieten het hek klappen, deden spelletjes in de hei en de vader van een klasgenoot die groenteman was bracht ons op de fiets kersen. Zon doorstoofd liepen we terug.”

Langs het stille, zwarte water van de vijver van Beekhuizen herinnert Van Galen zich de wedstrijdjes met zijn opa. “Wij lieten stokjes te water, welke het eerste bij de waterval was. Altijd het zijne. Hij duwde het stiekem voort met zijn wandelstok.” Langs de ruisende waterval lopen we omhoog over de oever van een diep ingegraven kanaaltje, een spreng, die de vijver voedt. De hellingen zijn bedekt met een zachte deken van roodbruin beukenblad.

Wandelend door een van de beukenlanen horen we hoe hij er liep met zijn hond, een schapendoes, die als het haar niet beviel wegholde naar huis, naar de warme kachel. Er volgt een gedicht van Rutger Kopland, Beukenlaan:

De gedachte dat deze bomen weten
Wie ik ben, uit al die mensen deze toevallige
Man, vrouw, deze ene
Ze komen zo langzaam uit het gazon
Gaan zo langzaam langs het pad
Verdwijnen zo langzaam
De gedachte dat deze bomen
Om mij geven, dat ze op mij wachten

Dat ze weten dat ik kom

Aan het prikkeldraad langs de statige beuken hangt een plukje haren, niet van een schapendoes maar van een wild zwijn. Op een open plek in het bos staan de resten van een boerderij. In Nederland waar ze never nooit een bouwval met rust laten,  ligt boerderij Herikhuizen zomaar romantisch te verkommeren, overwoekerd en doorworteld. Tot 1991 werd er eeuwenlang landbouw bedreven. Onverstoorbaar grazen IJslandse paarden het veld kort. Het moet hier rond de ruïne open blijven, geen boom, ook geen beuk, mag er groeien.

Zonder dwalen lopen we een on-Hollands landschap in: diep uitgesneden dalen doorsnijden bloeiende heidenvelden met schapen. Die lijken net onder de douche vandaan te komen, zo wit zijn ze. Fijn om weer ver te kunnen kijken. Het bos waar we de afgelopen uren doorheen liepen begon te benauwen. “Na een kwartier wil ik al van me afkijken”, zegt Van Galen. “Bij Velp lag het open weidse landschap aan de overkant van de rivier. Daar kwam ik niet vaak.” Dat is hij pas later gaan waarderen. “Kijk daar, op de Posbank”, wijst hij omhoog ”daar kreeg ik ranja of een ijsje van mijn ouders.” De Posbank is een echte bank om op te rusten, vernoemd naar de tweede voorzitter van de ANWB. “Duizenden bracht hij in en tot de natuur. Den Nederlanders deed hij Neerlands schoonheid kennen, waarderen en liefhebben”, staat er op de bank te lezen. Een dikke file van auto’s en wielrenners op een mooie zondag onderstreept dat. Met een glas schuimend bier zitten we even later op het terras bij het fraaie paviljoen van architect Mastenbroek. Scheefstaande boomstammen dragen een welvend dak met grasbedekking.

Zo hoog met al die hei aan onze voeten, moeten we denken aan je bent de wolken, je bent de hei van J.A. dèr Mouw, één van de favoriete dichters op de poëziewandeling. Door de heuvels dalen we met gezwinde pas af richting Rheden. Het kost moeite om Jansen van Galen bij te houden. “Nee, ik ben geen fanatieke, maar een gedreven loper”, lacht hij.

 

Wandelwijzer

Nationaal Park de Veluwezoom ligt ten noordoosten van Arnhem en is te bereiken via station Rheden. De Poëzieroute John Jansen van Galen 13,4 km en begint bij het bezoekerscentrum Veluwezoom. Vanuit het station is het 1 km lopen, de route er naar toe is aangegeven met bordjes. De gratis app Natuur Routes is beschikbaar voor smartphones met Android, Apple en Windows besturingssysteem. Het is verstandig om thuis de route te downloaden.

Wie niet met een wandelapp overweg kan, raden we aan om de route op een wandelkaart van het park in te tekenen. De wandeling loopt over een deel van de gele en blauwe route. De gedichten kun je thuis uitprinten om ze ter plekke te lezen.

Horeca bij het bezoekerscentrum en op de Posbank.

regio