Overslaan en naar de inhoud gaan

Oogverblindend arbeidersparadijs aan de Via Salina

foto
La Saline Royale Arc-et-Senans
La Saline Royale Arc-et-Senans

Zout was eeuwenlang het witte goud. Spekkie voor de koning die dit goedje zwaar belastte. Om zijn inkomsten te vergroten, liet de Louis Quinze in Arc-et-Senans een oogverblindend fabrieksterrein bouwen. Terecht een Werelderfgoed.

Verschenen in Wandelmagazine 2023-2

Het beukenbos opent zich en het uitbundige wit van het daslooktapijt maakt plaats voor een grijze kalksteenklif. Aan de voet stort een onstuimige waterval uit een grot en gaat verder als de rivier de Lison. Nieuwsgierig klauteren we naar boven en ontdekken een trap omhoog. Die leidt ons naar een enorm gewelf dat zich al snel vernauwt tot een spelonk waar een ondergrondse rivier doorheen kolkt. Het water heeft tot veel bedrijvigheid geleid. Nu is er het gemurmel van het water en de roep van de nachtegaal, maar zo’n honderd jaar geleden klonk hier oorverdovend gedreun. “Deze hamers wegen een paar honderd kilo”, glundert Arsène, de beheerder van watermolen de Taillanderie in Nans-sous-Sainte-Anne. “De schepraderen lieten de hamer 150 keer per minuut op het ijzer knallen om het tot zeisen te vormen. Tot tien kilometer verderop kon je de slagen horen.”.

Op zoek naar stilte lopen we verder, niet stroomafwaarts maar over het langeafstandspad Via Salina. Dit verbindt Franse en Zwitserse zoutwinningsmemorabilia in de Jura met elkaar. Aan beide zijden van de grens gebruikte men zout uit de ondergrond dat zo’n 200 miljoen jaar geleden in een zee is afgezet. We kiezen voor de Franse kant. Na het alleraardigste dorpje Nans wandel je door een golvend landschap met weelderig groen en het paars van orchideeën en echte koekoeksbloem. In nauwe valleien zijn de bomen bedekt met een dikke vacht mos. Heel mysterieus. Na twee uur komen we bij een bron waar een spierwit beeld van Johannes de Doper toekijkt hoe we onze verhitte koppen in het koele water steken. Langs een fraai kappelletje klimmen we omhoog naar Fort Belin. Samen met Fort Sainte-André aan de andere kant van het dal waakte het over een schat van de Franse koning: het zoute water dat in Salins-les-Bains opborrelt. Snel dalen we af door een dicht bos en komen uit op een pleintje dat in de hoogtijdagen van de zoutwinning het hart van het stadje was.

foto
Image
Bron van de Lison
Bron van de Lison

Kostbaar goedje

Aan de westkant staat een grote poort met grote letters: Ancienne Saline Nationale. “Dit was vroeger de enige toegang tot de zoutfabriek. Het zout werd goed bewaakt door de ‘gabelous’. Deze zoutpolitie keek zelfs onder de rokken van de vrouwelijke arbeidsters”, lacht Audrey die ons inwijdt in het reilen en zeilen van de zoutwinning. Ondanks dat de medewerkers deels werden uitbetaald in zout, probeerden ze van alles om dat kostbare goedje achterover te drukken. Doorverkoop was zeer profijtelijk omdat er een fikse belasting op zat.  Over een lange trap dalen we af naar een enorm ondergronds gewelf. Een soort middenschip van een kathedraal, maar dan veel langer en zonder ramen. Aan het andere uiteinde van het gewelf draait heel langzaam een imposant houten waterrad rond. Via lange houten armen werd het zoute grondwater opgepompt. “Het was een van de innovaties in de fabriek. Hoe beter men kon pompen, hoe hoger het zoutgehalte van het water.”

Wat het voordeel van een hoger zoutgehalte is, blijkt pas als we in de ruimten komen waar vier enorme ijzeren kuipen waar het zoute water werd ingedampt. Onder de pannen branden dag en nacht grote vuren. “Een indampcyclus duurde 12 uur. Mannen met een soort sneeuwruimers aan lange stokken schraapten het zout uit de bakken en legden het met een zwaai te drogen op een brede plank boven de bakken. Heel zwaar werk.” Elke arbeider verplaatste zo’n 800 kilo zout per dag. Bovendien was het boven de ovens stikheet. Het zout vrat niet alleen beet in de handen van de arbeiders, die vreemd genoeg geen handschoenen droegen, maar ook in het ijzer van de pannen. Slechts een van de vier pannen was in bedrijf en de andere in reparatie. Hoewel de ijzeren bakken op een na volledig zijn weggeroest, krijg je in het museum een goede indruk van de bedrijvigheid. Fraai zijn de oude foto’s die levensgroot zijn afgedrukt op meterslange doeken.

 

foto
Image
Grande Saline Salins-les-Bains
Grande Saline Salins-les-Bains

15.000 boomstammen

Met het hoofd vol lopen we Salins-les-Bains uit, op weg naar de tweede zoutziederij. Dat is, anders dan je wellicht verwacht, niet om de hoek maar een stevige dagmars verder stroomafwaarts bij Arc-et-Senans. Toen de koning eind 18de eeuw zijn inkomsten uit het zout verder wilde vergroten, kon dat niet ter plekke. Het bos rond het dorp werd sneller gekapt dan de bomen aangroeiden. De keuze was toen: brengen we het hout naar het zout, of het zout naar het hout. Het werd het laatste. Zo’n dertig kilometer stroomafwaarts, aan de voet van het Jura gebergte ligt immers een uitgestrekt woud van de koning. Hoe groot het beukenbos is, ervaren we ter afsluiting van onze wandeltrip door dit Forêt de Chaux naar onze eindbestemming Dole lopen. Dat blijkt niet in een dag te doen, zo uitgestrekt is het bos.

Om het zout naar het bos te brengen liet de koning een 21 km lange pijpleiding van Salins naar Arc-et-Senans aanleggen. Het zoute water stroomde door een houten buis, waarvoor maar liefst 15.000 sparren zijn uitgehold. Ons pad volgt dit zout-o-duct. Gelukkig snijdt het pad soms een stukje af en klimmen we over een heuvelrug waar de boeren druk in de weer zijn om de wijnranken op te binden en in te korten. Tussen de wijngaarden staat een klein stenen huis half ingegraven in de helling. “Zou dat zo’n ‘gabelous’ huisje zijn geweest?” vraagt mijn reisgenoot Herman zich af. Ook over de pijpleiding waakten de zoutpolitie. In de 18de eeuw had je hier Nigeriaanse toestanden. Toen braken dieven de buis niet open om olie te stelen zoals in de Nigerdelta maar voor het witte goud. Ken je nagaan hoe waardevol het goedje toen was.

Ook vandaag is de natuur op ons pad weer indrukwekkend. Het paars van de veldsalie en akelei wisselen af met de witte snorharen van rapunzels. Rustig cirkelen er maar liefst vier zwarte wouwen boven ons hoofd. Het laatste stuk naar Arc-et-Senans lopen we over een kaarsrechte weg omzoomd met een dubbele bomenrij. Aan het eind schittert het wit van een timpaan op zes Dorische zuilen. Je denkt een zeer voornaam landhuis binnen te lopen. Dat hier niet door de adel geluierd werd, maken urnen aan weerzijde van de majestueuze toegangspoort duidelijk. Daar spuit zout water uit; niet letterlijk maar kunstig uit kalksteen gebikt.

foto
Image
Houten Saumoduc
Houten Saumoduc

Ledoux’ cirkel

“Je moet goed bedenken dat in 1779, toen dit complex werd opgeleverd, de industriële revolutie nog maar net op gang was gekomen. Het is een van de oudste fabrieken op het continent”, vertelt Jean-Luc, een van de beheerders van Le Saline Royal, vol vuur. “De plattelandsbevolking had toen helemaal geen zin om dag in dag uit in een fabriek te werken. Weg was je vrijheid!” Om ze te verleiden tot het arbeidersbestaan kregen ze ruime woningen en eenzelfde bescherming als de gildes aangeboden. Zo hadden ze toen al een achturige werkdag. Dat wekte scheve ogen op bij de omwonenden, die verschillende pogingen hebben ondernomen om de zoutziederij te vernielen. Niet alleen voor de zoutdieven stond ook hier een hoge muur om de zoutfabriek.

Le Saline Royale is ontworpen door architect Claude Nicolas Ledoux. Halverwege Besançon en Dole zou een stad van 3000 inwoners op zijn plaats zijn, dacht hij en zijn opdrachtgever, de koning. Een cirkelvormige stad die volgens de idealen van de Verlichting geen hiërarchie zou kennen. Zo zijn de woningen van het hogere personeel niet te onderscheiden van de woon-werkgebouwen van de smeden, zoutwerkers en tonnenmakers. Een kerk ontbreekt. Het gebouw met gemeenschappelijke voorzieningen, zoals de directeurswoning, winkel en de katholieke zielzorger op het middelpunt van de cirkel steekt er, geheel tegen de zin van Ledoux, wel bovenuit. Onze blik wordt vooral getrokken naar de zuilen van dit gebouw. Die ogen bruut modern door een opeenstapeling van robuuste ronde en vierkante schijven.

foto
Image
Foret de Chaux
Foret de Chaux

Alsnog voltooid

De groei van de stad viel zwaar tegen en de beoogde cirkel werd uiteindelijk slechts voor de helft bebouwd. Al snel werd duidelijk dat de zoutziederij geen succes was. De fabriek produceerde bij lange na niet zoveel zout als die van Salins-les-Bains. Allereerst was het zoutgehalte van het aangevoerde water dramatisch veel lager dan in Salins. De indamping duurde daarom langer en kostte meer energie. Bovendien brak tien jaar na de opening de Franse Revolutie uit, die vrijheid, gelijkheid en broederschap predikte. De gelijkheid maakte een einde aan de privileges die deze plek zo aantrekkelijk maakten om je vrijheid in te leveren voor gezwoeg in de fabrieken. In 1895 werd de zoutproductie stilgelegd en begon het verval van de gebouwen. Dat kwam pas ten einde toen het zestig jaar geleden werd gerestaureerd en omgevormd tot een museum en vergaderlocatie. Dat resulteerde in 1982 in toekenning van de Werelderfgoedstatus.

Op het ogenblik wordt Ledoux’ cirkel alsnog voltooid. Niet met gebouwen maar met tuinen. De Saline Royale is uitgebouwd tot een paradijs voor tuinarchitecten. “We kwamen erachter dat veel mensen uit de regio vooral terugkomen vanwege het park”, licht Jean-Luc toe. Eerst hebben de voormalige groentetuinen achter de woongebouwen een verassend nieuw leven gekregen. Zo stijgt uit een vrijer waterdamp op en klinkt er esoterische muziek. Nu is de onbebouwde helft van de cirkel aan snee. We lopen door het jonge groen dat de droge zomer met moeite doorstaat. Tussen een zuiveringsmoerasje en een permacultuurtuin zijgen we neer in twee zetels van kunstig in elkaar gevlochten wilgen. Hier krijgt de geschiedenis van de Koninklijke Zoutwerken een verassende nieuwe wending.

Wandelwijzer

De Via Salina is een grensoverschrijdend lange-afstands-wandelpad in de Jura tussen het Franse Arc-et-Senans en het Zwitserse Yverdon-les-Bains. De 90 kilometer is opgesplits in drie delen . Wij liepen het eerste deel van Nans-sou-Sainte-Anne naar Arc-et-Senans met de beide werelderfgoederen, La Saline Royale en La Grande Saline. Vanaf Arc-et-Senas naar Dole en volgenden we de GR 59A door het uitgestrekte woud van Chaux.

Routeinformatie

De Via Salina is uitstekend bewegwijzerd. Verder is er de Topoguide Terra Salina á pied (2015, FFRandonnée) die ook 17 dagwandelingen beschrijft. De route tracks zijn ook beschikbaar in Wikiloc.

Bereikbaarheid

Dole ligt aan de TGV lijn Parijs-Gare de Lyon - Lausanne. Ook Arc-et-Senans, La Vieile-Loye (station Montbarrey) en Mouchard zijn per trein bereikbaar. Vanaf station Mouchard is er een busverbinding met Salins-les-Bains. Voor tijden zie Mobigo website. Voor Nans-sous-Sainte-Anne is men aangewezen op eigen vervoer of taxi.

Voorzieningen

Hotels, Chambres d' hôtes (B&B) en Gites d'etape in vele plaatsen langs de route. Campings in Dole, Arc-et-Senans, Port-Lesney, Rennes-sur-Loue en Salins-les-Bains. Restaurants en cafés in kleinere plaatsen waren in mei gesloten. De horeca in Dole, Salins-les-Bains en Nans-sous-Sainte-Anne was wel geopend.

Meer weten?

Website van werelderfgoed La Saline Royale in Arc-et-Senans

Website van werelderfgoed La Grande Saline in Salins-les-Bains

Musee de la Taillanderie

De bron van de Lison

Alle toeristische informatie op website van Montagnes du Jura

regio