Overslaan en naar de inhoud gaan

Bruynzeeldorp, Egmond

foto
Kompas Bruijnzeeldorp

Erg groen maar ook best wel rommelig dit fotokwartet van nlinbeeld.org. Een zooitje struweel met wat schuurtjes ertussen. De bijna uitgebloeide koningskaars en de oranje bessen van de duindoorn in het noorden verklappen dat we in de duinen zijn. Maar huisjes midden in het duin dat kan toch alleen in België? Als het aan de grondeigenaar, PWN, had gelegen waren ze allemaal gesloopt. In 1992 kocht dit Noord-Hollandse waterleidingbedrijf voor 12 miljoen gulden 368 hectare duingebied tussen Egmond en Bergen van de nazaten van de Amsterdamse patriciërsfamilie Six. Rijk geworden in de Gouden Eeuw moeten ze af en toe een lap grond of een Rembrandt verkopen om het huishoudboekje op orde te houden. Wim, een strijdbare zeventiger die even verderop zijn tuinpad wiedt, vindt het een groot schandaal. “Met zo veel belastinggeld een stuk natuurgebied terug kopen dat rijke stinkerds zich slinks hebben toegeëigend als heren van Wimmenum. Dat is toch van de zotte.”

Toch is Wim dankzij de slinkende kas van de Sixs in dit groene paradijsje terecht gekomen. Na de oorlog konden vooral Zaanse bedrijven grond huren waarop hun werknemers een vakantiehuisje mochten bouwen. “Je mag in dit huisje alleen van april tot oktober slapen en niks in de tuin planten. De Sixxen wilden hier rustig kunnen jagen.”  Het witte huis in het westen staat in het voormalige kamp van de timmerfabriek Bruynzeel. Twee huisjes verderop zit nu een oud-medewerker van Lassie Toverrijst. “Nee, we hebben geen Bruynzeelkeuken meer. Ook hebben we de fameuze hechthout wanden van deze firma moeten vervangen door kunststofplanken. De zilte zeelucht vreet alles weg.” De rijstverkoper is op de Bruynzeelwei terecht gekomen omdat het PWN een deel van huisjes op het land van Six liet slopen of verplaatsen. “Sommige zijn zelfs met een helikopter verkast”, herinnert Kees zich. “Zo veel was het de PWN waard om ruimte voor de natuur te scheppen.” Dat niet alle huisjes verdwenen zijn, kwam door het taaie verweer van de bewoners van de vakantiehuisjes.

De Amsterdamse koopmansfamilie ving niet alleen pacht van vakantiehuisjes maar ook van de zogenaamde aardappellandjes. Volkstuinder Tijs laat me trots twee kisten goudgele aardappels zien. “Net geoogst. Ze doen het hier hartstikke goed”, glundert hij. De landjes zijn niet in handen van nazaten van Zaanse arbeiders, maar van ‘derpers’, de autochtonen van Egmond aan Zee. Al zo’n tweehonderd jaar vertroetelen zij hun duinakkertjes. Vooral de aardappelziekte van 1845 zorgde er voor dat het aantal akkertjes enorm uitbreidde. Het maagdelijk duinzand bleek een ideale voedingsbodem. Wel groef men het zand af tot een spa boven het grondwater. Omdat dat water steeds lager kwam te staan, liggen de landjes nu in een soort kuilen tussen de duinen. Een fijne plek voor aardappels maar ook voor zeldzame planten van het zogenoemde zeedorpenlandschap zoals Scherpkruid, Nachtsilene en het orchideetje Hondskruid.

foto
Image
Aardappeloogst Thijs
foto
Image
Huisje in zeedorpenlandschap
foto
Image
Watervaten
onderwerp