Wandelen door de Poolse Oderdelta

Wandelen door de Poolse Oderdelta fred

De Oderdelta ligt aan weerszijden van de Pools-Duitse grens. Wij wandelden door het Poolse deel tussen de verassende stad Szczecin en de gemoedelijke badplaatsen Świnoujśie en Międzyzdroje aan de Baltische kust. Voor het Duitse deel kijk hier

Er zijn driemaal daags vluchten van Warschau naar vliegveld Szczezin-Goleniów. Beide plaatsen zijn vanaf het vliegveld per trein bereikbaar. Vandaar onderhoudt Emilbus verbindingen met Stepnica, Łąka, Wolin en Świnoujśie. Bustijden en kaartverkoop via www.emilbus.moj-bus.pl (in het Pools)

We liepen verschillende dagwandelingen vanuit Stepnica, Łąka, Kopice en Karisbór onder andere langs het gemarkeerd langeafstandspad  ZP-1007. Ook zijn er markeringen van het Jacobspad, maar daarvan gaan fikse stukken langs drukke wegen. (Routetracks en meer op https://camino.net.pl/droga-w-polsce/droga-pomorska/ 

Op bijgaande kaart staan routesuggesties, waarvan de kmz of kml-file zijn te downloaden of te bekijken op smartphone of tablet:

  • Wandelingen vanaf bushaltes in Łąka en Zarnowo naar Park Natury Zalewu Szczecinskiego en Natuurreservaat Carnozcin over gemarkeerde (geel) of ongemarkeerde paden. Langs het kanaal door Carnozcin reservaat zijn bevers te zien.
  • Wandeling vanaf Stepnica busstation langs Oderdijk met veel zeearenden in bomen (10 km heen en terug)
  • Rondwandeling bij Święta van 15 km door kleinschalig boerenpolderland, langs de Oder en naar reservaat Uroczysko Święta. Alleen met eigen vervoer of taxi bereikbaar.
  • Rondwandeling vanaf bushalte in Karisbór , met de bus uit Świnoujśie bereikbaar (15 km)

Overnachten is mogelijk in Szczecin, Stepnica (ook camping), Kopice, Łąka, Świnoujśieen Karisbór. Daar is ook horeca te vinden m.u.v. Kopice en Łąka.

Voor georganiseerde natuursafari’s zie onder meer www.olechwir.pl en www.oderdeltasafaris.com

Informatie op internet over de regio en de natuurgebieden is vooral in het Pools. Engelstalige uitzonderingen zijn de website van Oderdeltasfaris en www.rewildingeurope.com/areas/oder-delta/

onderwerp
regio

Poolse Oderdelta: En maar maaien en grazen

Poolse Oderdelta: En maar maaien en grazen
foto
fred

Nijvere bevers, burlende edelherten en indrukwekkende zeearenden, het stikt er van in de Oderdelta. Het landschap met weiden, rietvelden en moerasbossen oogt als Holland uit de plaatjesboeken van Jac. P. Thijsse. Hoe krijgen die Polen dat voor elkaar?

Verschenen in Wandelmagazine 18-4 

September, de tijd van burlende mannetjes en hitsige hindes. “Hoooeeewww, Hoooeeww, Hooo, Hooee” brult het edelhert onder ons slaapkamerraam. Onder de dekens luisteren we naar zijn machtige geluid. Met zo’n  zware stem moet het beest geweistangen hebben van buitengewone afmetingen, fantaseren we. Steeds weer op onze lange wandeldagen horen we de lokroep van de edelherten, verborgen in het groen. Niet zien, maar wel horen, het geeft de wandeling een mysterieus tintje. Zien doen we de dieren uiteindelijk ook, statig voortschrijdend aan de randen van het open veld. Veel meer wild komen we tegen. Een everzwijn steekt knorrend zijn kop boven het riet uit. De wasbeerhond loopt een stukje mee over de dijk en een otter glipt weg tussen de bosjes. Een dag eerder kropen we in camouflagepak langs het kanaal en zagen nijvere bevers aan het riet knagen.

Allemaal mooi meegenomen, maar we zijn hier voor de zeearend. Vandaag, op onze tocht naar de monding van de Krepa, tellen we er zo’n vijftig. In de Oderdelta leven ongeveer een honderd paar zeearenden, maar in september komen daar overwinteraars uit het noorden bij. Op de kale boomtoppen langs de Lagune van Szczecin zitten ze te wachten, loerend op een vette vis of een dood hert. Wat een machtige vogels zijn het. Als je ze rustig in een boomtop blijven zitten, is de grote gele snavel goed te zien. Maar meestal moet je het doen met een imposante zwarte contour tegen het scherpe hemellicht. Niet voor niets noemen ze hem ook wel vliegende deur. Ook de witte staartveren zijn met het blote oog goed te onderscheiden. Niet voor niets spreken de Engelsen van de White-tailed eagle. 

foto
Image
Lagune van Szczecin
Lagune van Szczecin

Verkadealbums

Al dit spektakel is te zien in het fraaie landschap van onze grootouders: Uitgestrekte graslanden, rietvelden en moerasbossen doorsneden door water en dijkjes. De Oderdelta oogt als de plaatjes uit de prachtige Verkadealbums van de natuurpionier Jac. P. Thijsse zoals de Bonte Wei, het Naardermeer of Langs de Zuiderzee. Het soort boerennatuur dat je tegenwoordig in Nederland met een lampje moet zoeken, maar hier kun je er heerlijk dagen achtereen door heen struinen. Bij ons vrijwel verdwenen door de gigantische groei van de landbouwproductie in de afgelopen zeventig jaar, langs de Oder volop aanwezig. Gek genoeg zijn er langs ons pad weinig sporen van het boerenbedrijf te zien. De grote collectieve boerderij van Czarnocin die al dit land beheerde, heeft de val de Muur niet overleeft. Aan de rand van het gehucht staat het stallencomplex te verkruimelen. De arbeiders van de landbouwfabriek zijn werkeloos geworden en slijten hun dagen in een flatgebouw. “Toen het collectieve landbouwbedrijf stopte, kon je grond kopen”, vertelt een van hen. “Maar was voor ons niet weggelegd. Handige partijbonzen zijn er voor een habbekrats met het land vandoor gegaan. Die wonen niet hier, maar in de stad.” Ondanks de onzichtbaarheid van de boer schiet het riet en de wilg niet overal op? Hoe dat kan? Door maaien en grazen natuurlijk. Maar wel heel anders dan de verdwenen boer het deed. Makkelijk is allemaal niet.

foto
Image
Zeearendenboulevard bij Stepnica
Zeearendenboulevard bij Stepnica

Manusje-van-alles

 “Ik wordt hier heel treurig van”, zucht Tomasz. Onze gids was tot drie jaar geleden de natuurbeheerder van Karsiborska Kępa, een eiland aan de noordkant van de Lagune. We lopen over het ringdijkje door geel wuivende pluimen van duinriet. Best wel mooi, maar Tomasz ziet alleen maar verlies. “Vorige jaar zijn de 30 konikpaarden die hier alles kort hielden op last van de veterinaire dienst verwijderd. De arme dieren waren verwaarloosd. Voetrot. Gewoon omdat het gebied niet meer goed werd bemalen”, is Tomasz’ stellige overtuiging. “Ik hield het weerbericht elke dag bij en wist dan of de pomp van het gemaal aan of uit moest.” Altijd was hij bezig. Had hij een date met een vrouw dan moest hij die afzeggen omdat er weer een paard was uitgebroken. “Tomasz er loopt een paard in het dorp”, kreeg hij minstens een keer per week te horen. Als een geroutineerde cowboy dreef hij het beest dan weer terug naar de wei en repareerde  de gaten in de  hekken. Dan had hij ook nog zijn handen vol  aan maaien en hooien zodat er ’s winter ook genoeg te eten was voor zijn paarden op stal. “Het was gewoon te veel werk voor een deeltijdbaantje, ik ben er mee gestopt.” Een nieuwe manusje-van-alles, zoals Thomasz, kwam er niet. Het gebied groeit langzaam dicht met riet, het is wachten op de komst van de wilg. En de weidevogels zoeken hun heil elders.

foto
Image
 De binnendelta van de Oder
De binnendelta van de Oder

Poolse Oostvaardersplassen

Het riet krijgt geen kans in het Parku Natury Zalewu Szczecinskiego bij Czarnocin. Grote kuddes konikpaarden en Schotse hooglanders grazen vredig in het weidse landschap. Het doet ons denken aan de Oostvaardersplassen. Toch is het anders. Hier geen kale vlakte met dooie boomstompjes zoals je die kunt zien vanuit de trein tussen Almere en Lelystad, maar lekker groen met af en toe een stevige eik waar de beesten schaduw zoeken. En hier mag je gewoon tussen de grote grazers doorlopen. Niks geen hekken. Van Tomasz, die ons ook hier rondleidt, horen we dat deze paarden en hooglanders het hele jaar buiten blijven. ‘s Winters krijgen ze hooibalen om hun buikjes lekker vol te eten en blijven ze leven. In de Oostvaardersplassen moeten de grazers zelf hun eten bij elkaar schrapen waardoor in sommige jaren een fiks deel van de kudde in de winter sterft van de honger.

Ook hier is het ideaal om net als in de Oostvaardersplassen jaarrond te begrazen zonder bijvoeren, vertelt Kazimierz Rabski, de manager van het gebied. “Als onze grazers ook ’s winters hun kostje bij elkaar moeten zoeken, ontstaat er meer variatie in de begroeiing en kun je nog veel meer planten en dieren verwachten.” Hij legt uit waarom jaarrond begrazen nog niet lukt. “Je moet bedenken dat geen boer dit stuk land wilde hebben, toen in 1992 de grond van de kolchoz van Czarnocin werd verkocht. Het was er gewoon te nat. Bijna vijftien jaar schoot hier riet en brandnetel op en verdwenen de grutto en de watersnip. Toen heeft onze Vereniging met steun uit onder meer Nederland het land kunnen kopen.” Het huidige beheer is in zijn ogen niet ideaal, maar de meest haalbare manier om het landschap van ooit te behouden. “En de jaarlijkse subsidie van driehonderd euro per hectare voor het maaien van het gras, hebben we hard nodig om door te kunnen gaan.”

foto
Image
Naturaly Park Zaluwe Szczecinskiego
Naturaly Park Zaluwe Szczecinskiego

Het rode tractortje

Aan de rand van het dorpje Łąka steekt een gigantisch dak boven een gloednieuwe omheining uit. Hier wordt veel geld verdiend, dat is duidelijk. “Is dit een boerderij?”, vragen we over het hek. Een man snelt toe, maar begrijpt ons niet. ‘Kom hier’ wenkt hij naar een jongen van een jaar of twintig. Die spreekt wel Duits. “Nou nee, wij hebben geen koeien, alleen maar maaimachines!” Land hebben ze niet, ze maaien alleen voor anderen. Elk jaar zesduizend hectare. Trots steekt de oudste zes dikke vingers in de lucht. Met een weids gebaar wijzen ze hun werkgebied aan op de kaart. Eigenlijk overal waar we de afgelopen dagen hebben gewandeld; zowel op boerenland met de vertrouwde zwartwitte koe als in de ruigere gebieden van natuurbeheerorganisaties. “Die rode tractor tussen die konikpaarden eergisteren, daarachter bij Czarnocin, dat waren jullie ook?” Ze knikken instemmend. Nog maar een paar weken zijn ze bezig en overal hebben hun machines al fraaie hooirollen uitgekakt. We zien ze als enorme pepernoten uitgestrooid over het land of als stapels tegen een dijk gevleid. Ze hadden graag eerder willen beginnen, maar dat mag niet. Als ze  voor 1 september gaan maaien jagen ze de kievit en de tureluur weg en vangen de landeigenaren geen centjes voor agrarisch natuurbeheer. Die subsidies blijken niet alleen de maaiers een goed belegde boterham te bezorgen maar ook de slimmeriken te spekken die na de ondergang van de kolchozen het land toe eigenden.

foto
Image
Hooirollen op voormalige kolchoz Łąka
Hooirollen op voormalige kolchoz Łąka

Cadeautje

We staan versteld hoeveel doorzettingsvermogen het kost om dit fraaie landschap zonder boertjes van toen in stand te houden. Welke aanpak onze voorkeur heeft, weten we even niet. Traditionele boeren lijken hier subsidiejagers uit Verweggistan. We snappen waarom Tomasz zijn strijd heeft gestaakt. En die grote grazers? Wel mooi groen, maar zo anders dan de zwartwitte koeien waarmee wij zijn opgegroeid. Zeker is dat al die aardige Polen die wij hebben ontmoet, het beste voor hebben met de natuur langs de Oder. Ze zien het als een unieke kans om meer toeristen te trekken. Somber zijn we zeker niet. Ondanks dat we geen kievit of tureluur hebben gezien, die waren  al naar het zonnige zuiden vertrokken, hebben we in geen tijden  zoveel in het wild levende dieren gezien. Kom daar maar eens om in Nederland of Finland. Dat is een cadeautje voor de wandelaar en voor de streek die de inkomsten uit het natuurtoerisme zo goed kan gebruiken.

foto
Image
 Vliegende deur (foto Jan Stok)
Vliegende deur (foto Jan Stok)
regio

Ooievaar, zweefvliegtuig, raket

Ooievaar, zweefvliegtuig, raket
foto
Vernielde V2 raketopslag
Vernielde V2 raketopslag
hans

In Usedom stromen de rivieren Oder en Peene door uitgestrekte moerassen en breken door een strandwal begroeid met beukenbossen naar de Oostzee. Nu heerst er een weldadige rust, maar in WOII werd er met man en macht gewerkt aan de ontwikkeling van het Vergeltungswaffe Zwei.

Verschenen in Wandelmagazine 2022-3

De zee horen ruisen in een loofbos, dat kan in de machtig mooie beukenbossen op het eiland Usedom. Waar het bos abrupt eindigt in een steile klif, lonkt de Oostzee. Vandaag hebben we even geen tijd voor een verfrissende duik. We gaan naar de noordelijke punt van het eiland, de plek waar ingenieur Wernher von Braun de V-2 raket ontwikkelde en testte. Het begin van de ruimtevaart. Hij wist Hitler er persoonlijk van te overtuigen dat met zijn Wunderwaffe de oorlog alsnog was te winnen.

We lopen de weidsheid van de polder in, op zoek naar de sporen van de raketbasis van de Führer. Op de dijk schapen en aan de voet van het talud een gemaal, aangelegd om het Duitse Cape Canaveral droge voeten te geven. Er is veel voorstellingsvermogen nodig om te bedenken dat in dit lege verstilde land ooit meer dan tienduizend dwangarbeiders en gevangenen aan de slag waren onder gevloek van soldaten en geblaf van hun herdershonden. Locomotiefjes puften en uiteindelijk was er het helse kabaal van een raketlancering. Verspreid in de polder liggen de resten van bunkers waarin de raketten opgeslagen werden. De Engelsen lieten een regen aan bommen vallen op de bunkers en al het andere wat in het diepste geheim was opgebouwd. De Nazi’s op de vlucht bliezen veel van wat restte op en de Russen maakten uiteindelijk alles wat de Duitsers nog hadden laten staan met de grond gelijk. Het beton van de zuurstoffabriek was te sterk voor het Russische dynamiet, het gebouw bleef geknakt overeind staan. Alleen de elektriciteitscentrale, die stroom leverde voor de fabricage van vloeibare zuurstof, werd met rust gelaten. Aan de einder zien we de pijpen van het gigantische Kraftwerk naar de hemel reiken. Je moet gewoon de dijk blijven volgen om er te komen. Maar dat doen we niet.

foto
Image
De V2-raket: inspiratiebron voor Hergé
De V2-raket: inspiratiebron voor Hergé

Geheimzinnige cirkel

Eerst willen we uitzoeken wat dat geheimzinnige cirkeltje op de luchtfoto voorstelt. Zou best eens een lanceerplatform kunnen zijn. De weg er heen oogt heel gewoontjes, maar dan staan we voor een hek met daarachter een verlaten legerbarak. Het hekwerk is onneembaar hoog, maar heeft gelukkig grote gaten. Even later staan we dan midden in de cirkel. Hij is omsloten door een aarden wal waarin opslagplaatsen verstopt zitten. Hier, fluisteren we tegen elkaar, stond misschien wel een metershoge verrijdbare toren met daarin geklemd een V-2 raket. Die sluipmoordenaars waarmee de Duitsers onder meer Londen vanuit het Haagse Bos bestookten. Vreemd dat niet alles overwoekerd is, vinden we. Later horen we dat het Volksleger van de DDR er tot aan de Wende zijn explosieven opsloeg.

In de haven bij de elektriciteitscentrale is het een gezellige boel, vuurspuwers en clowns proberen kinderen naar hun voorstelling te lokken. Een ideale plek om even uit te rusten met een fles Weizenbier voor we de voormalige centrale, omgetoverd tot Historisch Technisch Museum Peenemünde, gaan bezoeken. Het topstuk van het museum staat voor de centrale: een originele V2-raket. Wat lijkt dat ding sprekend op de maanraket van Kuifje! De creatie van striptekenaar Hergé ziet er door de rode in plaats van zwarte blokken wel vrolijker uit. “Wahnsinn was hier passiert ist”, horen we een man tegen zijn vrouw zeggen, terwijl ze omhoogkijken naar de punt van de raket. Volgens hem was het project ontwikkeld over de ruggen van tienduizenden dwangarbeiders en gevangenen uit concentratiekampen. Nee, hij is hier niet heen gekomen uit bewondering voor het werk van Wernher von Braun, dat is duidelijk.

Het megalomane karakter van het Nazi-project is vooral invoelbaar door de enorme binnenruimtes van de centrale. In de kleinere kantoorruimtes is er veel aandacht voor het leed dat de voorloper van het ruimtevaartproject teweeg heeft gebracht. We treffen er Johannes ter Morsche uit Almelo, onthoofd in de nacht van 2 op 3 februari 1943. Hij was getrouwd met een Duitse vrouw uit Zinnowitz op Usedom en werkte als monteur in Peenemünde. Informatie hierover speelde hij door naar de geallieerden. Later vinden we in Zinnowitz een monumentje met zijn naam en die van anderen, allemaal leden van een Duits-Poolse verzetsgroep.

foto
Image
Vuurspuwer bij energiecentrale
Vuurspuwer bij energiecentrale

Sperrgebiet

We willen helemaal naar het uiterste puntje van wat de Duitsers zo treffend Denkmal-Landschaft Peenemünde noemen. Daar ligt Prüfstand VII, de belangrijkste lanceerplaats. Van dat platform zijn verreweg de meeste V-2’s richting Oostzee afgeschoten. Al snel lopen we tegen hekken aan met borden “Verboten, Lebensgefahr“. Shit, waarom is alleen dit deel tot Sperrgebiet verklaard? Is het een slimme manier om vogels een rustplaats te bieden en de natuur zijn gang te laten gaan? Net als we onverrichterzaken terug willen keren, ontwaren we een legerbusje uit de DDR-tijd. We mogen meerijden met Joachim Staathoff op zijn excursie door het hart van de voormalige testlocatie. Als we plaatsnemen in het oude busje zijn we verbaasd dat onze vijftien toergenoten zonder mondkapje op elkaar gepakt zitten. In het Sperrgebiet komt volgens ons het grootste gevaar niet van de explosieven, maar van het virus.

Stapvoets rijden we over een kaarsrechte betonweg. Vanuit het busje staren we naar niets anders dan naaldbomen, zelfs een open plek ontbreekt in dit saaie bos. Veel fantasie is nodig om te bedenken dat hier ooit Europa’s modernste tech-complex lag. Staathoff houdt al rijdend een tablet omhoog waarop filmpjes te zien zijn uit de tijd dat het hier vol stond met gebouwen. Daar, knikt hij met zijn hoofd, stonden vroeger deze fabriekshallen waar de V-2’s in elkaar werden gezet. Op het filmpje zien we gigantische gebouwen waar mensen in- en uitlopen, geen boom te zien. Later vertelt de excursieleider, terwijl hij oogcontact zoekt met ons, dat bij de bouw van de windtunnel Siegfried Erdmann betrokken was, zeg maar de Wernher von Braun van Nederland. Alhoewel de raketgeleerden medeverantwoordelijk waren voor oorlogsmisdaden tegen burgers, zijn ze na de oorlog niet door de overwinnaars veroordeeld maar als oorlogsbuit verwelkomd. Veel kwamen er bij de Russen terecht, Von Braun wist het zo handig te spelen dat hij door de Amerikanen werd ingelijfd. Erdmann klom op tot een gerespecteerde hoogleraar in Delft. Hij bouwde een Nederlandse windtunnel, waarin voor het eerst in Europa zes keer de geluidssnelheid werd bereikt.

foto
Image
Anklamer Stadsbruch
Anklamer Stadsbruch

Alle Nederlandse aardappelen

Onder de ingenieurs van Peenemünde waren er ook die een kritische noot plaatsen, zoals Walter Thiel. In een rapport maakte hij glashelder dat de door Hitler gewenste 100.000 raketten per jaar bij lange na niet geproduceerd konden worden. Slechts 4000 was haalbaar. Zijn sommetje was heel simpel. Naast een enorme hoeveelheid vloeibare zuurstof werd elke raket gevuld met vier ton alcohol. Voor het stoken van die hoeveelheid alcohol waren veertig ton aardappelen nodig. Zelfs als alle Nederlandse aardappelen zouden worden geroofd was dat onvoldoende om aan de wensen van de Führer tegemoet te komen. Op 17 augustus 1943 nam Ingenieur Thiel mondeling ontslag, iets wat hem geweigerd werd. De volgende dag stierf hij samen met zijn gezin in het ingenieursdorp door een zwaar bombardement van de Royal Air Force. De productie van de raketten werd binnen 4 maanden verplaatst naar een ondergrondse fabriek in de Harz.

Brr, na de zware kost van Peenemünde zijn we toe aan iets lichters en trekken verder landinwaarts de Oderdelta in. Hoog in een groepje olmen dansen twee vogels met fladderende vleugels op een groot nest van grove takken. “Die jonge zeearenden nemen vliegles”, fluistert meneer Warmbier. We mogen zijn verrekijker vasthouden om ze dichterbij te halen. Norbert Warmbier, die niet meer zo makkelijk loopt, komen we tegen op een verlaten spoorlijn dwars door het Stadsbruch, een uitgestrekt moeras langs de boorden van de Peene en de Oder. Het is één groot bomenkerkhof waar wolken aalscholvers onrustig rondvliegen tussen wit uitgeslagen boomlijken. Een apocalyptisch landschap. “Het is niet de bijtende schijt van deze voorhistorische vogel maar de mens die de bomen het leven ondragelijk heeft gemaakt”, weet Norbert. “Na de Wende legden de uitgestrekte collectieve landbouwbedrijven het loodje en zette de overheid de polder onder water." Norbert is na een paar duizend krantenartikelen over de wonderen van de natuur nog steeds enthousiast over de rijke flora en fauna. Vandaag vooral als hij de roodmus hoort. Zien doen we die kleine vogeltjes slechts in een flits. Als troost kwettert hij de mus met de rode kop vrolijk na: “wie-tjoe witjoe”. Door klimaatsverandering rukt dit beestje uit het oosten op. Ook de bever en het hert doen dat. Trots vertelt hij over een kop boven een van zijn artikelen in Bild Zeitung: “Die Stadt Anklam von geilen Hirsch übernommen”.

foto
Image
Otto Lilienthal Museum Anklam
Otto Lilienthal Museum Anklam

Lilienthal

In dit slaperige Hanzestadje aan de Peene zijn nog lang niet alle gaten opgevuld die de twintigste eeuw in de bebouwing heeft geslagen. In de laatste ronde zijn zelfs enkele betonnen DDR-flats platgegooid. De alleraardigste nieuwbouw van rode baksteen grijpt terug naar het Hanzeverleden. Na een korte zomeravondwandeling is snel duidelijk wie de beroemdste inwoner van de stad is: de eerste mens die vloog, Otto Lilienthal. Er is zelfs een intiem Otto Lilienthal-museum. We zijn vooral onder de indruk van de met zorg geselecteerde en geschilde twijgen en takken waarop het witte linnen van de vleugels is gespannen. Precies een ooievaar die Otto in zijn jeugd aandachtig bestudeerde. Prachtige tekeningen maakte hij ervan. Lilienthal zou, het zal niet verbazen, bij zijn tweehonderdste zweefvlucht zijn nek breken. Zijn grootste verdienste voor de luchtvaart is dat hij de draagkracht van de vleugel wist te vergroten door ze een curve te geven, zoals bij de ooievaar. Wel jammer dat we die vogel niet zagen zweven boven Usedom.

Wandelwijzer

In het uiterste noordoosten van Duitsland ligt de Oderdelta met het eiland Usedom. De Peene is een zijrivier van de Oder die bij Peenemünde in zee stroomt. De Oostzeekust glooit licht en is deels begroeid met beukenbossen. Rond het haf liggen verschillende polders. Het fraaie Peenetal kent allerlei vormen van moerassen en moerasbos. Anklam, Wolgast en Zinnowitz vormen een aangename uitvalsbasis.

Wandelen:

  • Wandeling van 17 km van Karnin naar Anklam route track op Wikiloc Karnin is bereikbaar met een bus vanuit Heringsdorf en een voetveer.
  • Wandeling 15 km van station Karlshagen door Denkmallandschaft Peenemünde  naar station Peenemünde: route track op Wikiloc
  • Wandeling van 18 km van station Heringsdorf naar station Neu Pugalda langs 19de eeuwse badarchitectuur, kliffen met  beukenbossen en een fraaie doorsteed door uitgestorven bossen en cultuurland naar de dijk van het Achter wasser route track op Wikiloc
  • Lange-afstandswandelroute Naturparkweg Mecklenburg-Vorpommern 907 km van biosfeerreservaat Schaalsee tot het eiland Usedom. Documentatie en gps track te downloaden.

Bereikbaarheid: Het gebied is uitstekend bereikbaar per trein via Berlijn. Ook loopt er langs de kust van Peenemünde tot het Poolse Swinoujscie een spoorlijn.

Horeca en overnachten: Langs de kust is er een breed aanbod. Hetzelfde geldt voor Peenemünde en de Hanzestadjes Anklam en Wolgast.

Meer weten:

Toeristische informatie en overnachtingsmogelijkheden op website van Mecklenburg Vorpommern

Historisch Technisch Museum Peenemünde:  Een overzicht van alle WO2 restanten is te vinden op /the-museum/die-denkmal-landschaft/ Dezelfde informatie is ook beschikbaar als duitstalige app: Denkmal-Landschaft Peenemünde.

Op peenemuende-west.de kun je een rondleiding door het afgesloten gebied van Peenemünde boeken.

Informatie over de natuurgebieden Anklammer Stadsbruch en Peenetal

Website van Lilienthalmuseum

Aanraders

Fraaie badarchitectuur uit de 19de eeuw langs de boulevards van de Oostzeebadplaatsen Zinnowitz en Heringsdorf

Ten westen van Anklam liggen langs de Peene het museumdorpje Stolpe en het prachtig verbouwde Wasserschlosz Quilow​​​​​. Beiden zijn een bezoek meer dan waard. Vanuit Stolpe kun je met een voetveer de Peene oversteken naar Quilow lopen. Zie ook wandelroute van Quilow naar Anklam op Wikiloc  waar een paar minder aantrekkelijk stukken langs drukke wegen inzitten. Helaas zijn Quilow en Stolpe zijn niet met OV te bereiken.

regio